SCHOUDERS EN SPORT

Zowel bij sporters als buiten de sport komen schouderblessures regelmatig en vaak langdurig voor. Behalve acute blessures, zoals botbreuken of luxaties van schouderkop of sleutelbeen, worden vaak houding- of sportgebonden overbelastings-klachten gezien.
Sporten met bovenhandse bewegingen zoals racketsporten en werpsporten zijn hier vaak de hofleverancier van. Meestal beginnen de klachten na een verkeerde beweging of een (éénmalige) zware wedstrijd of training en blijven vervolgens langdurig aanwezig. Dit geeft vervelende gevolgen voor de sportbeoefening, maar soms ook voor werk of de nachtrust. Meestal is het kortdurend aanpassen van de sportbeoefening voldoende. Als klachten meer dan 2-3 weken sportbeperkingen geven is een spontane verbetering niet te verwachten en is een (para)medische evaluatie zinvol.
De schouderkop is relatief groot ten opzichte van de kom, als een tennisbal op een eierdop en kan dus makkelijk in zijn kommetje schuiven. Bij de ene sporter is de natuurlijke laxiteit (beweeglijkheid) groter dan bij de andere. Voor een goede vlinderslag of ritmische gymnastiek oefening is deze laxiteit zelfs vereist. Rondom de schouder is gelukkig een flink aantal spieren die de schouderkop bij al zijn draaiingen en bewegingen helpen op de plaats te houden. Zeker indien er een dergelijke beweeglijkheid van de schouder wordt gevraagd is een goede schouderstabiliteit noodzakelijk. I nstabiliteit kan een acute schouderluxatie veroorzaken, maar de schouder kan ook uit het middendraaipunt bewegen en zo in bepaalde posities subluxeren.
 
Het bovenhands gooien is een veel voorkomende beweging. In deze instabiele houding wordt plotsklaps een explosieve beweging met hoge snelheid en kracht ingezet. Bij onvoldoende controle kan de schouderkop gaan inknellen aan zowel boven- als achterzijde van het gewricht. Bij het vervolgen en afremmen van de beweging kan de schouderkop als het ware met de bal mee worden gegooid. Acuut kan deze explosieve beweging een luxatie of verscheuring van banden of kapsel geven, maar ook herhaaldelijke kleine verschuivingen kunnen op den duur klachten en beschadiging van de schouder geven. Er zijn veel sporters, die een ontsteking oplopen door het inklemmen van de slijmbeurs onder het afdakje (acromion) van het schouderblad en de kop van de schouder; soms na een val, soms na statische belastingen (computer) en bij sporters tussen de 20 en 50 jaar vaak door schouderlaxiteit met onvoldoende schoudercontrole.
De inklemming van de slijmbeurs vindt plaats door het 'rijden' van de schouderkop tegen het afdakje door een te grote niet gecontroleerde speling in het gewricht. Pijnstillers en injecties zijn soms een verademing voor de pijn of om weer te kunnen slapen. Oplossen van de oorzaak is echter het stabiliseren van de schouder door gerichte oefentherapie. In sommige gevallen zal de behandelaar zelfs vanaf de basis moeten beginnen. Een stabiele schouder is zonder stabiele wervelkolom of zonder voldoende bekken- en beenkracht maar 20% van de werp- of slagkracht. Bij zwemmen, racket-, gooi-, en slagsporten is een schouderwarming-up met bijvoorbeeld een klein gewichtje of een oefenelastiek dan ook een goede preventieve maatregel om blessureleed te voorkomen.
 
Heeft u vragen of sportmedische onderwerpen voor clubbladartikelen, dan kunt u deze achterlaten op het e-mail adres van de sportgeneeskundige afdeling van het Rijnland Ziekenhuis, sportgeneeskunde@rijnland.nl.